Ruim een eeuw geleden kolkten de rivieren in Duitsland in deze periode ’s nachts van de paaiende elften (meivissen). Deze trekvis verdween daarna uit het Rijnsysteem, maar middels een herintroductieprogramma – waar Sportvisserij Nederland bij betrokken is – wordt getracht om deze sterk bedreigde haringachtige weer terug te laten keren.
Aan het eind van de 19e eeuw werden in de Rijn jaarlijks
honderdduizenden elften gevangen. De elft was vroeger
dan ook van grote economische betekenis voor de beroepsvisserij in Nederland en Duitsland, want hij gaf inkomsten voordat
de zalmvangsten in de zomer begonnen. Alosa alosa was erg geliefd
als consumptievis.
Deze delicatesse stond in vrijwel ieder
café of uitspanning langs de Rijn op de menukaart. In steden als
Keulen en Düsseldorf werden vanaf de 17e eeuw zelfs speciale
Meifeesten georganiseerd die samenvielen met de vangsten
van elft in mei – vandaar de bijnaam meivis.
Zo goed als verdwenen
In mei en juni trok de elft – een vissoort die het grootste deel
van zijn leven doorbrengt in de zee, maar zich vanaf het vierde
levensjaar voortplant in het zoete water – namelijk in grote
scholen de rivieren op om gedurende warme meinachten in de
bovenloop te paaien. Daarbij legde de elft afstanden van honderden
kilometers af (soms wel 700!).
Door de bouw van dammen,
stuwen en sluizen, watervervuiling en overbevissing is de
elftpopulatie in veel riviersystemen in Europa verdwenen of
flink achteruitgegaan aan het begin van de vorige eeuw. In het
Rijnsysteem werden na 1910 nauwelijks nog elften gevangen en
tegenwoordig bestaan alleen in Frankrijk nog levensvatbare populaties.
Daarom is in Nederland nooit gericht met de hengel
op deze soort gevist: de elft was al verdwenen voordat de hengelsport
in opkomst kwam. In Frankrijk is de elft – die 80 cm
groot kan worden – daarentegen een gewaardeerde sportvis.
Voorzichtig optimisme
Nadat studies aantoonden dat een terugkeer van de elft in de
Rijn mogelijk is, werd in 2008 gestart met een EU-LIFE herintroductieprogramma
waarin Sportvisserij Nederland participeert.
Sindsdien zijn 14,1 miljoen elftlarven uitgezet. Deze stammen
uit de Gironde in Zuid-Frankrijk en worden gekweekt met Amerikaanse
technieken (de Amerikaanse elft werd al succesvol geherintroduceerd).
Inmiddels zijn bij videotellingen in vispassages
veel elften gezien en op verschillende plaatsen dode
exemplaren gevonden – vermoedelijk vissen die na de paai zijn
gestorven, zoals gebruikelijk bij deze soort. Dit sluit aan bij de
natuurlijke voortplanting die in de Rijn is waargenomen. Zo zijn
de afgelopen jaren jonge, enkele centimeters lange elften gevangen
zonder gemerkte gehoorsteentjes.
Larven uit het
kweekprogramma hebben die wel, zodat deze vissen kunnen
worden herkend. Hoewel dit voorzichtig optimistisch stemt,
zeggen wetenschappers dat stocking ten minste tot 2023 noodzakelijk
is om de elft een goede kans te geven om terug te keren.